Kou: fijn voor een buitenkonijn?
De dagen worden weer korter en de nachten worden kouder. Terwijl jij binnen lekker de kachel aansteekt, zit jouw konijn misschien wel buiten in zijn hok. Nu is er bij een beetje kou geen reden tot paniek: een konijn kan ook in de winter tot wel -15 graden buiten blijven. Het is wel belangrijk dat het konijn al gewend is aan buiten verblijven, zodat hij de kans krijgt om langzaam een wintervacht aan te maken. Het aanmaken van een wintervacht duurt ongeveer drie maanden. Een konijn begint in augustus of begin september al met het aanmaken van een wintervacht.
Als het buiten vrieskoud is, kunnen mensen geneigd zijn om het konijn naar binnen te halen: daar is het immers lekker warm. Wanneer het konijn al een wintervacht heeft, is het binnen echter veel te warm voor hem! Hoe los je deze situatie op? Als je je buitenkonijn binnen wilt laten overwinteren, raden wij aan om hem eind augustus of begin september al naar binnen te halen, voordat hij begint met het aanmaken van een wintervacht. Het naar binnen zetten van je konijn hoeft niet per se in huis, maar dit kan bijvoorbeeld ook een ruimte zijn als een schuur of garage. Als er maar voldoende licht en frisse lucht aanwezig is, kunnen zulke ruimtes ook geschikte overwinteringsplekjes zijn.
Konijnen die op leeftijd zijn krijgen soms een dunnere vacht doordat ze niet meer goed door de verhaarperiodes komen. Zieke konijnen hebben een mindere weerstand en zijn daardoor ook minder bestand tegen kou. Bij oudere of zieke konijnen kan het wel noodzakelijk zijn om binnen te kunnen overwinteren. Is jouw konijn gezond en fit, kan hij prima buiten overwinteren. Echter moet je als trotse konijnenbaas dan wel met een aantal dingen rekening houden. Daarom hebben wij een handige checklist voor je opgesteld!
De ‘ijskonijn-overwinterings-checklist’!
- Geef een goede, uitgebalanceerde voeding.
Zonder hout in de open haard, blijft een vuurtje niet branden. Net als bij mensen, is het voor konijnen belangrijk om goed en gezond te eten om zichzelf warm te kunnen houden. Bij konijnen is eten in de kou belangrijk om een volle vacht en een vetlaag te behouden die zorgen voor isolatie. Naast een kwalitatief goed konijnenvoer kun je je konijn ook extra hooi voeren. Hooi bestaat uit grove vezels die het lichaam langzaam verteren, waardoor het konijn zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden!
Klik hier voor een goede uitgebalanceerde voeding.
- Zorg dat het drinkwater niet bevriest.
Laat een konijn zich niet op glad ijs wagen: bevroren water kan uitdroging veroorzaken. Help je konijn door het water meerdere keren per dag te verversen. Konijnen zijn gewoontedieren, dus als je het water op vaste tijdstippen ververst, weet hij wanneer hij kan drinken. Een isolatiehoesje rondom de drinkfles of de waterbak op een warmtesteen kan het bevriezen van het water uitstellen zodat het water langer drinkbaar blijft, maar met strenge vorst kan het water alsnog bevriezen. Het kan ook helpen om een kleine hoeveelheid druivensuiker aan het water toe te voegen. Ook dit stelt het bevriezen van het water uit én druivensuiker geeft het konijn extra energie. Voeg echter niet te veel druivensuiker aan het water toe: dat kan schadelijk zijn.
- Zorg voor beschutting.
Zet het konijnenhok op een plaats waar zo weinig mogelijk wind is en waar de regen niet in het hok kan slaan. Eventueel kunt u tegen wind en regen het hok afdekken met een jute zak, op voorwaarde dat er nog voldoende frisse lucht het hok in komt.
- Creëer een warm holletje.
Een buitenhok moet altijd voorzien zijn van een nachthok waar het konijn kan schuilen. Je kunt van het nachthok een warm holletje maken door een dikke laag stro neer te leggen. Stro heeft een isolerende werking, waardoor het konijn minder energie kwijtraakt aan zichzelf warm houden.
- Controleer regelmatig de temperatuur van het konijn.
Vlak onder het achterhoofd zit een kuiltje in de nek. Daar moet het warm zijn. Een konijn kan ijskoude oren hebben, maar dat wil niet zeggen het konijn het helemaal koud heeft.