Geluk zit in een vogeltje
Geluk zit in een vogeltje
Het voeren van vogels creëert niet alleen een gezellig beeld in je tuin. De koude wintermaanden vragen om een extra steuntje in de rug om de overlevingskansen van vogels te vergroten. Het is mogelijk én toegestaan om het gehele jaar door de vogels te voorzien van voer. Echter verschillen de behoeften van de vogels wel per seizoen. Hoe krijg je meer (soorten) vogels in je tuin of op je balkon? Wij geven een aantal tips!
Tip 1: een gevarieerd dieet
Bied verschillende soorten voer aan.
Zoveel vogels, zoveel wensen. Verschillende soorten vogels hebben voorkeur voor verschillende voedselsoorten: de ene soort eet insecten, terwijl de andere soort juist geniet van een maaltijd zaden. Over het algemeen geldt de regel: hoe breder het aanbod aan soorten voer, hoe groter de diversiteit aan vogels zal worden. Dat geeft nog eens kleur aan je tuin of balkon!
Klik hier voor verschillende tuinvogelvoer soorten.
Vogels halen hun energie uit onder andere vetproducten, zonnebloempitten, pinda’s en zadenmixen. Er is vaak wel veel verschil in de kwaliteit van het voer: sommige vetbollen geven nauwelijks energie en zijn gemaakt van afvalstoffen. Een vogel is hier niet mee geholpen, in tegendeel, het kan de vogel zelfs gezondheidsschade opleveren.
Let op: Etensresten zijn absoluut niet gezond voor vogels. Een stukje appel of een ander stuk fruit zijn wel geschikt om aan buitenvogels te voeren!
Tip 2: Het jaartje rond – 4 seizoenen, 12 maanden en 365 dagen
Voer het gehele jaar door
Net als mensen gebruiken vogels gedurende de hele dag energie, die op zijn tijd aangevuld moet worden. Omdat vogels elke dag energie verbranden, is het geen probleem om vogels het hele jaar door bij te voeren.
In de donkere wintermaanden kunnen vogels weinig bessen, insecten en zaden vinden. Echter is het verbruik van energie in de wintermaanden juist hoger om zichzelf warm te houden. De lange, koude winternachten doen aanspraak op vetreserves. Wist u dat vogels in één koude nacht soms wel 20% van hun gewicht kunnen verliezen? Doordat het minder lang licht is overdag hebben vogels ook nog eens minder tijd om voedsel te zoeken.
De vogels kunnen echter niet alleen in de winter een steuntje in de rug gebruiken. Ook in het voorjaar hebben de vogels extra energie nodig vanwege het broedseizoen. In de herfst beginnen de vogels alweer met het aanvullen van hun reserves voor de winter, ook daar kunnen ze extra voedsel bij gebruiken.
Tip 3: Creëer een vogel-eethuis!
Gebruik een voersilo of voederhuisje en zet deze op een rustige plaats.
Het is belangrijk dat vogels toegang hebben tot een rustige etensplek. Ze moeten namelijk vliegensvlug kunnen vluchten bij een naderend gevaar, bijvoorbeeld een toesluipende kat.
Het is aan te raden om een voersilo of huisje te gebruiken met een dakje. Doordat het voer droger blijft, zal de houdbaarheid van het voer toenemen. Vetbollen kunnen in een houdertje aangeboden worden, hierdoor kunnen de netjes van de vetbollen verwijderd worden. De pootjes van de vogels kunnen namelijk verstrikt raken in de netjes!
Tip 4: Het water loopt in de snavel
Zorg voor een aanbod van water bij de voederplaats
Water is een levensnoodzakelijke behoefte voor vogels. Vogels gebruiken water niet alleen om te drinken, maar kunnen een waterschaal ook gebruiken om in te badderen.
Een waterschaal kan ook in de winter blijven staan. Doordat vogels vette veren hebben, kunnen ze ook in de winter genieten van een lekker bad. Het water loopt gelijk van hun vette verenkleed af, waardoor er geen kans is op bevriezing. Zorg dat het water schoon is en voeg geen suiker of zout toe tegen bevriezing.
Tip 5: Oost, west, nest best
Hang op tijd een nestkastje op
Het is voor vogels in Nederland steeds moeilijker om een geschikte nestplek te vinden. Je kunt de vogels een handje helpen! Wanneer je in het najaar al een nestkastje ophangt, kunnen de vogels wennen aan het nestkastje én het gebruiken als schuilplek tegen regen en kou. Hang het nestkastje uiterlijk in februari op, omdat het broedseizoen van de meeste vogels dan al bijna gaat beginnen en de meeste vogels al een plekje hebben.
Probeer een nestkastje zoveel mogelijk uit de wind, regen en zon op te hangen met de invliegopening gericht op het noorden, noordoosten of oosten. Hang het dus niet richting het zuiden: daar komt meestal de volle zon vandaan. Een plek naast begroeiing heeft de voorkeur, omdat vogels zich dan extra veilig voelen en het handig is voor jonge vogels die net leren vliegen.
De grootte en toegankelijkheid van de nestkastopening is bepalend voor de toekomstige bewoners van de nestkast. Let op: gebruik geen nestkastje met een zinken dak. Deze nestkastjes worden binnenin ontzettend heet zodra de zon begint te schijnen. Hier kunnen jonge vogeltjes door oververhit raken en zelfs door sterven!
Is er genoeg ruimte in de tuin of op het balkon? Dan kun je meerdere vogelfamilies helpen door meerdere nestkastjes op te hangen! Houdt ongeveer vier meter aan tussen verschillende nestkastjes, omdat vogels tijdens het broedseizoen behoorlijk beschermend kunnen zijn over hun territorium.